Media
Artikel uit Dagblad Flevoland
Niet alleen afzien voor de kandidaten Zondag begint bij Net 5 de vierde editie van Expeditie Robinson. Zestien deelnemers worden op twee onbewoonde eilanden in Zuid-Chinese zee achtergelaten met alleen drinkwater en een klein beetje eten. Na 47 dagen van ontberingen en opdrachten blijft er één winnaar over die met vijftigduizend euro naar huis gaat. Een reportage vanaf de tropische eilanden van Expeditie Robinson. Het strand is vies en vanwege de vloed hooguit drie meter breed. Het zeewater is troebel van het wrakhout en de plastic flessen. Achter het smalle strand begint de jungle met eerst manshoog, taai gras en dan ondoordringbaar bos. De zon schijnt niet, maar brandt. Gecombineerd met de hoge luchtvochtigheid en een gebrek aan wind is het verblijf op dit eiland eigenlijk onaangenaam. En pas op voor de zandvlooien. Wie er allergisch voor is, zit binnen de kortste keren onder de jeukende vlooienbeten. Welkom op Timo. Het is één van de eilanden voor de kust van Maleisië die dienst doen in het televisieprogramma Expeditie Robinson, waarvan morgen de vierde serie op Net 5 begint. Een bezoekje aan Timo en enkele van de andere eilanden geeft een aardig beeld van wat de kandidaten van Robinson meemaken. Maar ook wat de opnameploeg moet doorstaan. Op Timo is helemaal niets. Het is een groene puist in de Zuid-Chinese zee. Toegegeven, van een afstandje lijkt het een idyllisch bounty-eiland. Palmen, koraalstrand, zon en een azuurblauwe zee. Wat ontbreekt zijn de strandstoelen en obers, die een tropisch eiland pas echt compleet maken. Op Timo is het strand tijdens vloed niet meer dan een korte streep koraalzand. Dan word je als vanzelf het eiland op gedirigeerd. Ver kom je niet, want direct begint hoog, taai gras en ondoordringbaar bos. Gevaarlijk is het er niet, grote wilde dieren zijn er niet, ook nauwelijks vogels en er is niets te eten. Alleen kokosnoten. Tien van dit soort onbewoonde eilanden heeft het productieteam van Expeditie Robinson in gebruik. Plus nog eens twee eilanden waar wel een hotel te vinden is. Daar slapen ze zelf, net als de kandidaten die tijdens het spel afvallen. Aan Expeditie Robinson werken achter de schermen ruim tweehonderd mensen. Die zijn niet alleen bezig met de Nederlandse/Vlaamse productie. Terwijl op twee eilandjes de Nederlandstalige mannen en vrouwen apart van elkaar hongeren, zitten een eilandje verderop Zweedse deelnemers op een houtje te bijten en weer een stukje verder varen hebben de Noorse kandidaten het even te kwaad. Om de kosten van de productie in de hand te houden, heeft de Zweedse eigenaar van het tv-programma, Strix, besloten drie afleveringen tegelijk op te nemen en dat ook nog eens twee keer achter elkaar. De dag dat de Nederlanders, Noren en Zweden klaar waren met de opnamen, stonden de Finnen, Denen en Grieken al met hun koffers op de kade van de hoteleilanden voor hun portie honger lijden in de zon. Dodelijk Rikke Kristine Nissen is namens Strix verantwoordelijk voor de hele operatie. Zij is vier maanden op de eilanden, kandidaten hooguit anderhalve maand. Net als de kandidaten komt ze haar eiland niet af. Ze werkt zeven dagen in de week. Voor ontspanning is nauwelijks tijd en ruimte aangezien het hotel welgeteld één bar heeft. En na een paar dagen blijkt dat er een dodelijke regelmaat zit in het menu van de kok. Elke dag spaghetti tijdens de lunch en dat vier maanden lang. Is het voor de makers niet méér afzien dan voor de deelnemers? ,,Het is voor ons zwaar. Absoluut. Sommigen van ons zijn hier zelfs zes maanden. Dat is erg lang als je het comfort van een Westers land gewend bent'', aldus Nissen. Toch hoor je weinig geklaag. ,,Mensen melden zich spontaan aan om voor dit programma te werken'', vertelt presentator Ernst-Paul Hasselbach. Wel loopt hij tegen het einde van de opnamen, in juni, ook op zijn tandvlees. De ochtend na laatste opnamen pakt hij meteen de boot naar de vaste wal. De opnamen van drie series tegelijk is een enorme krachttoer, legt Nissen uit. ,,Alles gaat per boot tussen de eilandjes. We hebben twintig bootjes met kapiteins voor ons werken. Die verstoken een half miljoen liter brandstof. We voeren honderdduizend liter drinkwater aan voor de deelnemers en ons zelf. Alles moet van het vaste land komen. Op de eilanden is niets.'' De taken bij Expeditie Robinson zijn zo verdeeld, dat de Zweden van Strix alle centrale klussen voor hun rekening nemen en de productieploegen van de deelnemende landen de opnamen van de kandidaten. Nissen: ,,Onze timmermannen arriveren twee maanden voordat de opnamen beginnen en maken de decors met spullen die hier verkrijgbaar zijn. Ik regel vervolgens dat de verschillende landen ze keurig een voor een kunnen gebruiken.'' Daarbij gaat het nog wel eens mis, zegt Hasselbach. ,,Je kunt niet ongestraft te lang doorgaan met de opnamen, want alles hangt hier samen met het tij. Bij sommige proeven staan kandidaten bij vloed tot hun enkels in het water en met eb gaapt er een meters diep gat onder hen. Dan moeten we vanwege de veiligheid stoppen met de opnamen. In zo'n geval is het vervelend als we moeten stoppen omdat bijvoorbeeld de Noren zijn uitgelopen.'' Slakken Kandidaat Ryan uit Uden kan er van meepraten. ,,De honger en de proeven maken van Robinson een zwaar spel. Wat het helemaal zwaar maakt is het gesol met ons. Steeds weer in een bootje van het eiland af om een proef te doen. Ter plekke moeten we dan uren wachten omdat er iets uitloopt. En terwijl de cameramensen lunchen, staan wij in de brandende zon te wachten. Ik heb er in het begin wat van gezegd. Steeds als ik mijn ontbijt aan het zoeken was - slakken -, kwamen ze ons ophalen. Ze zouden toch moeten weten hoe belangrijk eten is! Gelukkig ging het daarna beter.'' Volgens Rikke Kristine Nissen is de productie van Expeditie Robinson veruit het grootste internationale samenwerkingsverband op tv-gebied. In die samenwerking ligt wat haar betreft ook het moeilijke van het project. ,,En dan bedoel ik vooral de taalproblemen. We praten de hele dag met walkie talkies met elkaar. Zeker de eerste weken gaat dat mis. Dan komen boten te laat of niet opdagen. Of mensen houden de boel op door hele discussies met elkaar aan te gaan via de ether.'' Ondanks dat Strix een gedetailleerd draaiboek heeft uitgewerkt, zitten er flinke verschillen in de aanpak per land. Zo hebben de Zweden dit jaar een ploeg van oud-deelnemers naar Maleisië gestuurd voor een all-stars aflevering. De Noren daarentegen hebben zowel de dames als de heren vooral op borstomvang geselecteerd. ,,Daar hebben de opnamen wel eens iets weg van Big Brother'', aldus Hasselbach. De Nederlandse ploeg probeert het soap-karakter van Expeditie Robinson steeds meer te benadrukken. ,,We gaan wat weg van de ontberingen. Na drie jaar weten de kijkers, maar ook de deelnemers, dat honger lijden en afzien een onderdeel is van het programma. We proberen nu verhaallijnen te ontdekken en die verder uit te diepen.'' Om de verhaallijnen te ontdekken, loopt er overdag een cameraploeg met een verslaggever rond tussen de deelnemers. Die ploeg blijft twee dagen op het eiland en wordt daarna afgelost. Een paar keer per dag is er overleg met de productie wat er op het eiland gebeurt en hoe de ploeg daar op moet inspelen. ,,Het duurde zeker twee weken voordat ik die camera kon vergeten'', zegt Ryan. ,,Zwaar waren de gesprekken die we bijna dagelijks moesten voeren en waarbij we moesten vertellen hoe het met ons gaat.'' Voor de verslaggevers is het werken op het eiland ongeveer net zo zwaar als de deelnemers. Ze lijden geen honger, maar moeten wel de hele dag overal achteraan rennen. En niets missen, natuurlijk. ,,Heel af en toe doen we wel eens wat opnieuw, zegt Hasselbach. ,,Dan moet je denken aan het doorslaan van een kokosnoot of zo. Een ruzie hoeft echt niet opnieuw. Dat zou de kijker doorhebben.'' Expeditie Robinson komt nu voor het vierde jaar vanuit Maleisië. Producent Strix denkt hardop na over een nieuwe plek. Nissen: ,,We zoeken naar andere locaties en die zijn er ook wel, maar toch aarzelen we. We moeten een land hebben waar de douane niet moeilijk doet over alle camera's die we meenemen, waar voldoende onbewoonde eilanden zijn op een plek waar niet de hele dag bootjes voorbij varen of vliegtuigen overkomen. Tegelijk willen we binnen een half uur bij een goed ziekenhuis kunnen zijn. Een besluit is nog niet gevallen, maar misschien wordt het volgend seizoen een andere locatie.'' << terug naar "Media" |