Ik ben weer terug in Nederland.
Als mensen naar het Baskenland gaan, is dat vaak met het doel om in Bilbao het Guggenheim-museum te bezoeken. Ze blijven daar dan enkele dagen, maar houden het erbij.
Ik heb het andersom gedaan. Omdat Vitoria-Gasteiz zelf geen luchthaven heeft die zich op internationale vluchten richt, was Bilbao het aangewezen alternatief.
Door de uitstekende busverbindingen was het echter geen enkel probleem om bij het uitgekozen hotel te komen.
Ik voelde me meteen thuis in de stad, de hoofdstad van Baskenland. Vrijwel alles op loopafstand, diverse leuke musea, dwalen door eeuwenoude straatjes, waar het in de morgen nog heel rustig is, maar waar het na het middaguur steeds gezelliger wordt. Helemaal niet druk, gewoon gezellig.
En dat is het hem juist: de massa gaat naar grotere steden in Baskenland, maar vergeet het pareltje dat Vitoria-Gasteiz heet.
Het klinkt als een commercial, maar het is een pleidooi om de stad eens op te nemen in je plannen om de regio te bezoeken. Ik kan nu zeggen: je krijgt er geen spijt van.