Je hebt het over oneerlijke en eerlijke proeven, waarbij je fysieke proeven oneerlijk vindt, maar denkproeven eerlijk... Waarom noem je de ene eerlijk en de ander oneerlijk? Een denkproef is immers als je het zo ziet even oneerlijk als een fysieke proef; niet iedereen heeft immers hetzelfde denkniveau als de ander, dus daar is ook niet iedereen gelijk. En wat betreft die zogenaamde oneerlijke fysieke proef waarmee Iwein afviel, denk je werkelijk dat ze die ineesn van het ene op het andere moment hebben bedacht, alleen om Iwein naar huis te krijgen? Dat liojikt mij heel sterk... Stel dat ze een denkproef hadden gehad, dan was weer iemand anders in het nadeel geweest, en dat had je dan zeker wel eerlijk gevonden... En hoe had je gereageerd als iemand anders die samensmeltingsproef niet had overleefd, en Iwein dus wel de samensmelting zou hebben gehaald? Had je het dan nog een oneerlijk proef genoemd? Al met al kan je zeggen dat er geen enkele proef te bedenken is die voor iedereen exact gelijk zal zijn... Je kunt enkel gelijkheid benaderen door combinatieproeven te maken...
