PvdA krijgt zetels cadeau
JORDEN TIEBOUT
De PvdA dankt haar monsterzege bij de verkiezingen deels aan het kiesstelsel. Bij weinig kiezers is bekend dat er verschillende systemen zijn om de zetels te verdelen.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen worden twee stelsels gebruikt. Namelijk het 'systeem van de grootste overschotten' en het 'systeem van de grootste gemiddelden'.
Het eerste wordt gehanteerd in gemeenten met minder dan twintigduizend inwoners (oftewel negentien raadszetels), het tweede in de grotere gemeenten (tot 45 zetels). Het zal niet verbazen dat de twee systemen tot verschillende uitkomsten kunnen leiden. Over het algemeen geldt: het systeem van grootste gemiddelden werkt in het voordeel van de grote partijen.
Stel dat in Amsterdam de zetelverdeling bepaald zou worden volgens het systeem van de grootste overschotten. De PvdA zou dan twee zetels mínder binnen hebben gehaald en Jupijn Haffmans van AA/de Groenen had dan wél zijn plekje in de raad kunnen opeisen.
Hoe kan dit? Alle systemen gaan uit van een 'kiesdeler', het minimaal aantal benodigde stemmen voor één zetel. De kiesdeler (6752 in Amsterdam) wordt berekend door het totale aantal stemmen te delen door het aantal raadszetels.
Wanneer vervolgens de stemmen van een bepaalde partij gedeeld worden door de kiesdeler, dan komt daar een aantal zetels uit. In het geval van de PvdA 17,72. Op dit moment heeft de partij van Asscher en Aboutaleb dus zeventien zetels en 4869 'reststemmen'.
Hierna worden de restzetels verdeeld. In het systeem van de grootste overschotten gaat de eerste restzetel naar de partij met de meeste reststemmen, de tweede naar de partij die daarna de meeste reststemmen heeft, enzovoort. De PvdA krijgt de vierde restzetel en komt op achttien.
AA/De Groenen heeft 5935 stemmen. Onvoldoende om de kiesdeler te halen, maar genoeg voor een restzetel. In de huidige situatie staat ook deze partij echter met lege handen en krijgt de PvdA liefst drie zetels extra.
Dit komt door het systeem van de grootste gemiddelden. Hierbij wordt het aantal behaalde stemmen gedeeld door het aantal potentiële zetels. Bij twintig zetels komt de PvdA op 5982 stemmen per zetel. Inderdaad meer stemmen dan de Groenen met hun zetel zouden vertegenwoordigen.
Bram van Beuren is een tuinontwerper met een voorliefde voor wiskunde, die zich sterk maakt voor een nieuw kiesstelsel: ''Ik ben na de verkiezingen aan het rekenen geslagen. Het viel me op dat in mijn woonplaats Tilburg een aantal kleine partijen met lege handen kwam te staan, die wel recht hadden op een zetel.'' Van Beuren kwam vervolgens met zijn eigen 'logische stelsel', afgeleid van het systeem van de grootste overschotten.
Welke manier van zetelverdelen is het eerlijkst? Van Beuren: ''De verschillen zijn klein. Toch is het systeem van de grootste gemiddelden scheef. Het doel van democratie is om een zo groot mogelijk aantal kiezers te vertegenwoordigen. Er gaan echter altijd stemmen verloren, omdat het aantal zetels beperkt is. Dat is niet anders, maar we moeten er wel naar streven dat dit aantal zo klein mogelijk wordt.''
Een korte berekening leert dat in Amsterdam, in het huidige stelsel, 9,1 procent van de stemmen verloren gaat. In het stelsel van Van Beuren is dat slechts 4,4 procent. In beide stelsels zijn stemmen uitgebracht op, bijvoorbeeld, de Partij van de Toekomst echter 'verloren' stemmen.
Rest de vraag waarom we vasthouden aan twee verschillende systemen, waarvan er één discrimineert tegen kleine partijen. Mark Boer van de Kiesraad: ''Dat is historisch zo gegroeid. Ik zou eerlijk gezegd niet weten wat de reden is. Maar we zijn erg benieuwd naar het onderzoek van Van Beuren. Wellicht vormt het een reden nog eens in de materie te duiken.''
Van Beuren mag dan zijn kanttekeningen plaatsen bij het kiesstelsel, uiteindelijk gaat het om een klein aantal stemmen dat genegeerd wordt. In veel andere democratieën is dat wel anders.
Een voorbeeld: je woont in het kiesdistrict Basildon in Engeland. Tezamen met 33 procent van de andere 74.000 kiesgerechtigden stem je op de Conservative Party. Labour wint echter met 56 procent. Omdat hier geldt dat alleen de kandidaat van de winnende partij zitting in het parlement krijgt, ziet 44 procent van de kiezers in Basildon zich niet vertegenwoordigd.
In Nederland doen we het dus zo slecht nog niet. Volgens Bram van Beuren kan het echter nog veel beter: ''Twee zetels lijkt niet veel, maar kan wel het verschil zijn tussen regeren en een plaats in de oppositie.''
Bron: Het Parool, 15-03-2006