1. Wie niet sterk is, moet slim zijn.
2.
3. Liefde van de man gaat door de maag.
4. Op droog brood zitten??
5. De hond gaat in de broodbak?
6.Gezelligheid kent geen tijd
7. Als een spin in het web.
8. De guldensnede?
9. In het land der blinden is 1 oog koning.
10.
11.
12. Wat heeft die linkerman hier in de hand?
13.
14. Het gras is altijd groener aan de overkant.
15. Een koekje van eigen deeg
16. Wat was er eerder, de kip of het ei?
17. Zijn neus ervoor ophalen
18. De een zijn dood is de ander zijn brood.
19.
20. De appel valt niet ver van de boom.
21.
22. De juiste snaar raken.
23.
24.
25. Een frisse neus halen?
26.
27. Een hart onder de riem steken
28.
29. Een goede buur is beter dan een verre vriend
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42. Slapend rijk worden.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50. Over 1 nacht ijs gaan.
Ik zie een thema met boterhammen