Krijg trouwens wel heel erg een noir-vibe van mijzelf:
"In een grote opgezette tent buiten de bank liep een grote en norse man in een lange jas met een sigaret rond. Het bleek hoofdrechercheur Hulpdakdekker te zijn."
You know, van die donkere, liefdeloze, bittere films over een detectieve, die moreel ambigu is, een verdrongen verleden heeft, dat wegdrinkt, of vervalt in wraak en rancune. Met van die monologen, recht de camera in, in een schuurpapierstem.
Ik heb zelfs een kroeg!
Eh, het is weekend, en ik zit toch andere dingen nog even uit te stellen
Het regende. Zoals altijd. Z'n kroeg stonk naar verschraald bier, met een duidelijke hint naar bloed. Het karretje waarop het eerste slachtoffer naar buiten was geduwd stond in de hoek. Als hoofdrechercheur had hulpdakdekker het achterovergedrukt, en de vlekken er grotendeels afgeboend. Zijn whiskey-verzamling paste er precies op. In een ver verleden had hij op diefstal neergekeken, maar zijn volledige omzet ging op aan zijn alcoholverslaving.
Het tweede slachtoffer was onnodig geweest. Z'n mannen waren gaan schieten, en hadden de man doorzeefd. Dat was niet volgens z'n orders geweest - althans, voor zover hij het zich kon herinneren. Wellicht had hij iets cynisch gesuggereerd in een dronken roes. Moest hij weer hebben: manschappen die je gehoorzamen.
De man had een geweer bij zich gehad, een echt geweer, en allerlei aantekeningen over twee dozijn tennisteams. Het geweer kon van alles betekenen, maar die tennisteams bleven hulpdakdekker dwars zitten. Hij had besloten om er een borrel op te nemen, en ze te gebruiken als leidraad voor zijn toekomstige tennisweddenschappen. Daar ging zijn salaris als hoofdrechercheur aan op. Het was dat hulpdakdekker een derde baantje had als hulpdakdekker, anders zou hij zowaar in geldnood komen.
Vandaag was er een nieuwe, grenzeloos harde, stank dwars door het bier en bloed heengekomen. Door de regen dreef een scherpe, zoekende geur uit het rokende bankgebouw. Hij had later vandaag zijn informant Tim579 hiernaar willen vragen, tot die zelf de kroeg binnen werd gedragen. Tim579 leunde zwaar op detectieve Wouterv, die twee pintjes bestelde. Hulpdakdekker doofde z'n sigaret, en vroeg hoe oud Tim was. 15. Dat was niet oud genoeg. Daarentegen zou Tim ook niet ouder worden, en gezien het gapende gat dwars door z'n voorhoofd waren er ook weinig hersenen meer over om te verpesten. Daarnaast, wie zou het verbieden, de politie? Hij zette twee pintjes voor Tim579 neer, en vroeg of Wouter zelf ook wat wilde.
Tim579 claimde niets meer te weten, en kon niet verder helpen bij het onderzoek. Als zombie had hij geen nuttige herinneringen meer aan de voorgaande dagen. Gelukkig zijn de hersenlozen. Hulpdakdekker probeerde ook vaak alles te vergeten, en stak een nieuwe sigaret op. Oh-ja, die verslaving was er ook nog.
Tim wist nog vaag dat hij informant was geweest. Destijds hadden ze codenamen gebruikt. Hulpdakdekker had naar waarheid gezegd dat hij hulpdakdekker heette, wat Tim579 niet had geloofd. Hij wilde nu weten hoe de kroegbaas wel heette. Hulpdakdekker krabde z'n stoppelbaard en zoog nog eens aan z'n sigaret. Hij moest een geloofwaardige alias verzinnen. "Rachel."