GMT 1.30 PM Blackawton, Devon, Groot-Brittanië
“Welkom dames en heren, bij deze speciale dag hier in de bibliotheek van Blackawton! Wij zijn zeer verheugd om aan u te mogen presenteren: Kenan McDath met zijn autobiografie: ‘Ik en mijn leven’! Kenan zal vandaag hier zitten en als u wilt zijn boek signeren. Koop hier uw eigen exemplaar!” Kenan McDath loopt naar voren en ontvangt een groot applaus. Iedereen is laaiend enthousiast over zijn eerste boek. In de verte staat iemand die lijkt op Annemieke, zal ze het zijn? Ze staat te zwijmelen, Kenan is haar droomprins. Kenan gaat ondertussen achter een tafel zitten en begint in de microfoon te vertellen over z’n autobiografie. “Heel mijn leven heb ik hard gewerkt voor de dingen die ik wilde bereiken…” In een hoekje bij de trap staat iemand niet echt op te letten, is hij het echt? Hij lijkt heel erg op Chriz, maar je weet maar nooit. Hij moet een boek laten signeren voor z’n buurvrouw, die slecht ter been is.
Als Kenan is uitgepraat, zet hij de microfoon uit. Alle vrouwen in de ruimte beginnen te gillen, waaronder ook EIDM. Zij staat bijna vooraan, ze wil als eerste een handtekening. Kenan pakt nog een slok water en dan laten z’n bodyguards de vrouwen erdoor. Ze stormen gillend op hem af om snel die handtekening te vragen.
Achterin de ruimte klinkt opeens een geweerschot. Iedereen schrikt en kijkt om. De deur valt dicht, alsof er net iemand naar buiten is gerend die niet meer binnen wilde zijn. Op de grond ligt een lichaam, het is Annuh. “Bel een ambulance!”
De camera begint te bewegen, hij gaat naar buiten. In een steegje staat de man in de regenjas weer. Hij kauwt op een graanspriet alsof hij nooit iets anders heeft gedaan. “Jullie zagen het, dit waren de inwoners van Blackawton. Sommigen kenden jullie, sommigen niet.” Er komen mensen naar buiten rennen en de man met de regenjas kijkt ze minachtend aan. “Kijk, daar rent dat watje, Thomas McGuire. Hij zal bij zoiets nooit lang blijven, altijd als eerste weg als het spannend wordt. En daar gaat Tiffany Albers, die zal ook flink geschrokken zijn!” Er komt een ambulance aan, maar het schijnt al te laat te zijn, Annuh is overleden.
Plotseling gaan alle lichten uit. Er klinken nog een paar gilletjes, maar daarna wordt het muisstil. De man met de regenjas steekt een aansteker aan, alleen z’n gezicht wordt verlicht. “Zoals ik al zei, sommigen kennen jullie, anderen niet. Jullie weten alleen niet wie jullie al kennen. Daar kom je, als het goed is, tijdens het spel achter.” Hij kijkt weer om zich heen, steekt z’n hand op en verdwijnt in de duisternis. Als het grote licht weer aan gaat, is hij verdwenen.