Jip is gevallen. Helemaal van de piano. Dat is erg hoog. Maar het was zijn eigen schuld. Wie klimt er nou boven op de piano? Ik wou rijtuigje spelen, zegt Jip. En die piano was de bok! En toen viel ik eraf.
Dat heb je van je kunsten, zegt moeder. Je hebt een hele buil, Jip. Ja, Jip heeft een grote buil op zijn hoofd. En ook een schram. En er komt een beetje bloed uit. Jip heeft helemaal niet gehuild. Maar nu hij het bloed ziet, zet hij een keel op. Woe-oe-oe! jammert Jip. Kom, zegt moeder, we doen er een verband om. Een echt verband.
Dan komt Janneke binnen. Ze schrikt ervan. Wat is er? vraagt ze. En dan vertelt Jip het allemaal. En ik heb niet gehuild, zegt hij.
Wel waar, zegt Janneke, ik heb het door de muur heen gehoord.
Nou ja, eventjes, zegt Jip. Ik heb ook een buil. Wil je eens voelen hoe groot de buil is?
Janneke mag voelen. Ik voel niks, zegt ze.
Hier, onder het verband, zegt Jip. Voel je daar niet een heel grote bult?
Ja, zegt Janneke, ik voel het.
Dan is Jip heel trots. Hij voelt zich een held. Want Janneke kijkt met veel ontzag naar hem.
Helemaal van de piano, zegt Jip. En hij wijst.
De hele dag is Janneke een beetje jaloers op Jip. En op het grote witte verband. Misschien val jij ook nog wel eens van de piano, zegt Jip.
En dat is een hele troost.