En nog een over valentijn! die alles verteld denk ik!:
Sint-Valentijn
Tot aan de hervorming van de heiligenkalender van de rooms-katholieke kerk in 1969 kon op 14 februari Sint-Valentijn vereerd worden. Daarna is deze heilige van de kalender afgevoerd.
14 februari gold als de dag waarop in de derde eeuw twee heiligen met dezelfde naam Valentinus om hun geloof gedood waren en daarom op deze dag vereerd werden. De een was priester in Rome, de ander bisschop van Terni. Niet uitgesloten is dat het toch een en dezelfde heilige betreft.
Uit wat er over hun leven bekend is, valt geen enkel aanknopingspunt te vinden met de gebruiken van Valentijnsdag.
Om in die achteraf geconstateerde leemte te voorzien is rond het midden van de twinigste eeuw, waarschijnlijk vanuit de bloemenbranche, de ‘oude legende van broeder Valentijn’ bedacht. In kranteberichten wordt deze ‘legende’ regelmatig met allerlei variaties doorverteld. Valentijn zou in ‘de middeleeuwen’ monnik zijn geweest van een Italiaans klooster. Stelletjes die hem bezochten, schonk hij geluksbloemen, die hij kweekte in zijn kloostertuin.
Engeland en Amerika
De oudste verwijzingen naar wat nu Valentijnsdag heet dateren uit Engeland uit de vijftiende eeuw. Geliefden uit gegoede kring noemden elkaar ‘valentine’ of schonken elkaar een ‘valentine’, een soms kostbaar cadeau. In de jaren 1660 noemt Samuel Pepys het gebruik enkele malen in zijn dagboek. Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw gaan verliefden elkaar op Valentijnsdag zelfgemaakte kaarten sturen met een kort liefdesgedicht. Vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw waren deze kaarten, in Engeland en ook in Amerika, buitengewoon populair. In de twintigste eeuw ondervindt de Valentijnskaart in toenemende mate concurrentie van de kaarten verstuurd met Kerstmis. Niettemin werd in Amerika in 1995 een miljard Valentijnskaarten verstuurd naar, in volgorde van belangrijkheid, leraren, kinderen, moeders, echtgenotes en geliefden.
Nederland
Eind jaren veertig ging het in Nederland goed met de export van bloemen, maar stagneerde de binnenlandse vraag. Om daar wat aan te doen werd in 1949 door een kort tevoren uit Amerika teruggekeerd bestuurslid van de Vereniging De Nederlandse Bloemisterij voorgesteld om ook in Nederland Valentijnsdag of ‘bloemendag’ in te voeren. Dit te meer, omdat juist tegen Valentijnsdag grote hoeveelheden bloemen naar Amerika en elders werden uitgevoerd.
Om bekendheid te geven aan de nieuwe feestdag reikte de vereniging, omgeven met de nodige publiciteit, aan mensen die zich voor hun omgeving, vaak zonder op te vallen, verdienstelijk hadden gemaakt een ‘nationaal Valentijnhuldeblijk’ uit, in de vorm van een bloemenmand of een taart. Deze werden soms overhandigd door ‘broeder Valentijn’ in persoon. Via de kranten werd men aangespoord gegadigden voor deze huldiging op te geven. Een commercieel initiatief kreeg op deze manier een ideëel karakter. Gehoopt werd uiteraard dat men dit voorbeeld in eigen kring zou navolgen.
Hoewel het beeld bestaat dat de viering van Valentijnsdag in Nederland niet veel voorstelt, bleek uit een in 1996 door het bureau Trendbox gehouden representatieve steekproef onder vijfhonderd Nederlanders dat ruim de helft van de ondervraagden wel eens een Valentijnskaart of -cadeau had gekregen. Hun aandeel was het hoogst in de categorie van 16 tot 24-jarigen en in de grote steden was het gebruik beter bekend dan op het platteland. Het zijn mogelijk vooral meisjes op middelbare scholen die Valentijnskaarten sturen. Deze kaarten worden nu al in de miljoenen verstuurd, al is dat maar een fractie van het aantal verzonden kerstkaarten. De laatste tijd raakt ook het plaatsen van kleine Valentijnsadvertenties in zwang en kunnen via het internet Valentijnswensen worden verstuurd. De Horeca biedt Valentijnsdiners aan en soms worden, bijvoorbeeld voor alleenstaanden, Valentijnsfeesten georganiseerd.
Zoals te verwachten is bij de overname van een ‘vreemd’ gebruik, heeft Valentijnsdag zich, vergeleken met de oorspronkelijk viering in de Angelsaksische landen, aangepast aan de Nederlandse situatie. Voor de invoering van Valentijnsdag in Finland is op hetzelfde proces gewezen.
In Nederland had Valentijnsdag aanvankelijk vooral het karakter van een ‘Dag der Vriendschap’, een dag voor het uiten van gevoelens van respect en waardering. Bijzondere mensen of hele groepen, zoals de wegenwacht en reddingwerkers, werden voor hun belangeloze inzet met een bloemetje bedankt. De landelijke organisatie maakte hierbij steeds meer plaats voor lokale of particuliere initiatieven. Het beroep op de (vaag Italiaanse, in ieder geval Europese) figuur van ‘broeder Valentijn’ en de gepropageerde ideële achtergrond lijken gevoelens van weerzin tegen een ‘gekunstelde’ invoering van een ‘commerciëel’ of ‘Amerikaans’ feest, al werden en worden die wel geuit, enigszins de wind uit de zeilen te hebben genomen.