Eén van de prachtigste verhalen over de Tour werd verteld door één van Vlaanderens beste wielercommentatoren en ex-wielrenner Fred De Bruyne. Het verhaal betreft de eerste Zuidamerikaanse deelnemer aan de Tour.
De naam ontgaat me en ook de nationaliteit ( ik dacht aan een Peruaan,maar dat is niet zeker)maar zijn deelname dateert uit de periode tussen de 2 oorlogen.
De man had in zijn thuisland van de heroïek en het drama van de Tour gehoord en hij wou absoluut deelnemen.Het was de periode van de landenploegen, en hij slaagde er in, dankzij financiële en politieke steun uit zijn familie, van zichzelf te laten afvaardigen als vertegenoordiger van zijn land. De Tourdirectie zag dat als een prachtige promotie, vooral ook omdat destijds de Tour absoluut niet de uitstraling had zoals nu. Geen TV,soms radio, maar vooral kranten die het nieuws uit de Tour etaleerden.
De man mocht dus deelnemen en gooide zich heldhaftig maar totaal onvoorbereid in die grote onbekende strijd.
Nu moet je weten dat destijds iedereen voor zichzelf moest zorgen.Volgwagens,soigneurs, mecaniciens e.d. bestonden gewoonweg niet.
Als je lek reed moest je zelf zien dat je je band hersteld kreeg.
Zo zijn er nog prachtige verhalen o.a. over Sylveer Maesdie tijdens de rit Bordeaux-St.Etienne ( zo'n 500 km !) zijn kader brak,een uur te voet moest gaan tot het volgende dorp,daar een smid optrommelde om zijn kader terug aan elkaar te smeden, terug vertrok met enkele uren achterstand en de etappe nog won met 1uur en drie kwartier voorsprong.
Maar terug naar onze vriend.
Tijdens de eerste etappe ging hij er als een hazewind van door en fietste al snel een halfuur voorop.
Maar na een tijdje kreeg hij dorst en aan mondvoorraad had hij niet gedacht.
Hij stopt dus aan de kant en maakt met gebaren aan een lokale landbouwer duidelijk dat hij wil drinken.
Die landbouwer geeft hem, zich van geen kwaad bewust, een flinke kruik van zijn beste landwijn.
Onze vriend, die nog nooit wijn gedronken had en zich dus ook niet bewust van de mogelijke gevolgen er van, ledigde gulzig en snel de kruik en dronk er vervolgens met smaak nog een tweede uit.
Dan toog hij dapper weer op pad, maar weldra merkte hij dat de wegen plots merkbaar smaller werden, de bomen verdubbelden en de heuvels in de verte vertroebelden.
Niet wetende wat hem overkwam slingerde onze vriend verder langs 's Heerens wegen tot hij ten val kwam.
In de volle overtuiging dat hij eervol ging sterven voor volk en vaderland vleide hij zich neder onder het lover van één van de veeeele bomen en zijn ogen gingen vredig toe.
Enkele uren later gingen ze tot zijn eigen grote verbazing terug open en sterk gemotiveerd door dit hemelse mirakel ging hij terug op pad.Hij fietste terug als in zijn beste jaren en gaf er een serieuze lap op. Tot hij op een bepaald moment aan zijn linkerzijde enkele mannen bemerkten die hem nogal eigenaardig bekeken en hem even later met de motorfiets inhaalden en hem deden stoppen.
Uit hun verhaal kon onze vriend opmaken dat ze wilden dat hij terug reed van waar hij gekomen was.Rare kerels toch, die Fransen.
In opperste vertwijfeling deed hij dat maar en fietste verder in de hem aangewezen richting,passeerde eerst de landbouwer en vervolgens zijn laatste rustplaats en enkele uren later bereikte hij een controlepost waar ze hem vol blijdschap ontvingen want niemand wist waar die dwaze Zuidamerikaan was gebleven....