Amai zeg, diene mijnheer Baziel is ook gene gemakkelijke zeg.
Eerst moet ik tegen iedereen mijnheer en madam zeggen, en nu komt ém al weer met iets nieuws af.
Het is ook altijd iets. Als dat zo verder gaat, dan stap ik naar ons Suzanneke en dan vraag ik of ze mij geen ander jobke kan geven. Hostess in 't Koninklijk Paleis, of in 't Oud Parlement of zo, dat zou nog iets voor mij zijn. Enfin, soit, weet ge wat mijnheer Baziel mij nu weer wil laten doen ?
Raadseltjes vertellen, en de uitkomsten een beetje opstoken.En dat in schoon en Algemeen Nederlands.
Allez, ziede mij nu al bezig in 't schoon Nederlands ? Zo spreken met de zachte G ?
"Dach mijnheer, hoe chaat het met U ? Hebt U fandaach die chore klerelijer fan een mijnheer Basjiel al chesproken ? Oh, neen ? Nou, dan souw ik dat maar hardstikke snel effe chaan doen, want anders licht ie alweer foor Pampus foor je de kans chehad heb om hem iets te zeche.
Zech hem anders maar chelijk dat hij sijn raadseltjes ken houen, dat etterbakkie, ik sal de mensen wel chewoon af en toe eens een beetje helpen met een tippie van de sluier op te lichten.
Doei maar weer,lieverd, dach honneponnie, tot siens maar weer "
Wat peinst die wel ,die mijnheer Baziel ? Dat hij nog in de 17 de eeuw leeft ? Toen kon dat nog, maar die tijd is al lang voorbij...
Allez denk ik toch, want mijn memoires beginnen het wat af te laten weten.
Ik vertelde jullie toch van dat oud lief van mijn Tante Nonneke ?
Die heette niet Simon, die heette Samuel. Niet dat dat zo belangrijk zal zijn peins ik, maar ja, bij die mijnheer Baziel weet ge maar nooit...