Ruben zat niet in de Metro bijvoorbeeld. Maar is dat zo? Ook Ruben moet naar het eindpunt zijn gegaan op de een of andere manier. Dus het kan heel goed zijn dat hij sneaky er toch was.
Ruben en Art zijn nooit weg gegaan van de plaats waar de enveloppen verdeeld werden. Het zijn de kandidaten die weggebracht werden en dan via een hoop auto's en een metro naar Art en Ruben gingen.
En hij staat bovenaan met 'follow the money' hoewel ik dat ook discutabel vind, in veel overzichten staat hij ook niet bovenaan. En zijn grootste verdienste kwam toch in aflevering 1, daar weet een Mol natuurlijk dat er heel veel weggebelt word en dat het totaal negatief gaat uitkomen. En daarbij een perfecte dekmantel om je achter te verschuilen als je dat in aflevering 1 zo doet.
In de meeste overzichten heeft Ruben het meeste verdiend en zelfs na aftrek van die 2000 euro staat hij nog aan de leiding in de meeste overzichten. Qua geld zijn Simone, Jan en Olcay toch molser.
Simone vind ik lastig. Enige redenen waarom ze de mol niet is zou ik zeggen dat ze zich heel afzijdig houdt van de groep. Als Mol wil je contact met de groep en middenin de actie staan. Maar Simone houdt zich meer op als een grijs muisje. Dat lijkt me niet erg mollerig omdat je zo je mening minder overbrengt naar anderen en minder invloed hebt.
Buiten het spel lijkt Simone inderdaad buiten de groep te staan, maar ze heeft haar invloed op het spel meermaals getoond.
1.1 Simone is verantwoordelijk voor bijna elke actie die in Jerevan gebeurd (geen geld in de pot, mogelijk geld uit de pot). Dus ze overtuigde Bella.
3.2 Simone probeert Jan te bewegen richting Stine's (slechtere) bakjes en als dat niet lukt, pusht ze Jan richting het midden van Olcay's rij (waar zeker geen geld lag).
4.1 Ze is samen met Olcay het meest vocaal in de keuze van de foute richtingen in het begin van de opdracht. Later overtuigt ze de hele groep van de verkeerde sterren.
5.3 Zij is de eerste die het idee van het woord 'Tbilisi' in de groep schuift. Ze doet het als een vraag, maar ze plant het zaadje wel in de gedachten van Olcay.
