't Is al goed Pithurgus. Genoeg flauweKUL verkocht!
Papyrologen en eminente linguïsten zijn overigens altijd welkom! En moest ge ons adres kwijt zijn: ons huis is waar uw Stella staat. Capiche?
Sterk spel Knudde, ik weet niet wie je bent (er zijn nogal veel mensen thuis waar mijn Stella staat), maar je hebt me door. Je schijnt zelfs vertrouwd te zijn met het allereerste schrijfsel dat door mijn alter ego is gewrocht. En dat terwijl de KLIO-site plat ligt, dus via Google heb je me ook niet gevonden. Ik vermoed dus zo een beetje dat je geen onbekende bent, maar om op je vraag te antwoorden: non capisco (ik permitteer me bij deze toch nog een kleine vitterij: in capice hoort geen h te staan, anders zou je het –ke uitspreken ipv -tsje).
Excuus voor mijn flauweKUL. Ik heb inderdaad jullie achtenswaardige forum schandelijk misbruikt voor het promoten van een dode taal, ‘t is niet fraai, ik weet het. Wie het mij kan vergeven, surfe naar
www.arts.kuleuven.be/latijnengrieks.
Voor de goede orde zal ik Mikaelv niet verder sarren en vertalen. Het zinnetje “Quis quis sit scit” is niet aan de pen van Symphosius (die inderdaad gesitueerd wordt in de 4e/5e eeuw NA Christus), maar aan de mijne ontsproten en is een ineendraaiing van een directe en een indirecte vraag: “wie weet, wie het is?”. Een vraag die niet alleen op jullie van toepassing is, maar ook op het raadsel 21 van Symphosius.
(Deze raadsels over allerlei zaken zijn overgeleverd in de bloemlezing van de zgn. Codex Salmasianus, waar ik me mee onledig houd (zie
http://millennium.arts.kuleuven.ac.be/AL/); Luxorius zegt zelf dat hij een pintje op had toen hij ze schreef maar over dieven weet ik niets - ik houd me nochtans aanbevolen voor tips hierover).
Het antwoord op het raadsel is inderdaad TALPA, de/een mol, en het raadsel zelf luidt ruw vertaald als volgt:
“Ik heb een blinde snoet, donker in het zwarte duister,
zelfs de dag is voor mij nacht en ik zie helemaal geen zon.
Ik word liever bedekt door de aarde: zo zal ook niemand mij zien.”
Valete, achtenswaardige promoliaten,
Pithurgus