tieperdetieperdetiep
, hier het verhaal wat bij de fotos hoort.
Prinsesje in Maleisië Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië. Het is ochtend en we, de VARA, Telegraaf, GPD, Televizier, SBS Broadcasting en Viva, zijn net het vliegtuig uitgerold. Niets pijnlijke rug en stijve knieën, wnat we zaten business class!
In het vliegtuig hebben we het draaiboek drie keer doorgelezen. We zijn hier niet alleen voor ‘Expeditie Robinson’, maar ook om Maleisië te bekijken. Zo zitten we een volle dag in de hoofdstad, waar we een stadstour krijgen. Dat moet uitgebuit worden. Bijna iedere stad heeft wel een winkel centrum waar fijn geshopt kan worden. En natuurlijk pikken we ook gretig een stukje cultuur mee.
Het hotel waar we overnachten, is prachtig. Hoge plafonds met kroonluchters, zwembad op de tiende verdieping, reusachtige kamers mèt airco. Even waan ik me een prinsesje in het verkeerde sprookje. We waren hier toch voor mensen die zeven weken lang zonder eten op een bloedheet eiland hebben gezeten? Moeten we dan niet eeen beetje inlevingsvermogen kweken?
’s Middags trekken we de stad in. Voor het equivalent van de Kalverstraat moet je hier niet zijn, alles zit weggestopt in grote warenhuizen. Wat meteen opvalt, is dat Kuala Lumpur voor een wereldstad bijzonder schoon is. Het gras is keurig gemaaid, de boompjes zijn allemaal gesnoeid en de straten glimmen nog nèt niet. Geduldig leidt onze gids ons van toeristenspot naar toeristenspot. We zien de staatsmoskee, de mesjid Negara, die het meest weg heeft van een ingeklapte paraplu. We rijden langs het paleis van de sultan, dat gesloten is. En we eindigen op de centrale markt, waar je twintig horloges kunt kopen voor twee euro.
De gids vertelt dat Maleisië drie bevolkingsgroepen kent: Maleisiërs, Chinezen en Indiërs, en daardoor ook drie religies, want geïntegreerd zijn ze geen van allen. Tot botsingen is het tot nog toe niet gekomen.
Gelukkig maar. De volgende dag vliegen we naar het landsdeel Johor, om van daaruit naar de eilanden te gaan waar ‘Expeditie Robinson’ wordt opgenomen…..
Wie wordt de nieuwe Robinson [/b]
Overleven op een onbewoond eiland.
Zonder eten, maar met een groep onbekende mensen en dag en nacht een cameraploeg om je heen. Hoe is dat nou ?
Viva journaliste Anna Schrofer vloog naar Maleisië en nam een kijkje op het Robinson-eiland.
Als volleerde Robinsons banen wij ons een weg door het heuphoge gras.
De brandende zon? Merken we niets van. Beestjes in onze nek? Achteloos wuiven we ze weg. Honger? Kennen we niet. We gaan ons volgend jaar ook opgeven voor ‘Expeditie Robinson’, jubelen we. Maar lang duurt dat niet… Een scherpe tak in mijn voet brengt me terug naar de realiteit. Au! Au! Help!
Voor de meeste mensen is ‘Expeditie Robinson’ geen onbekend tv-programma meer. Zestien kandidaten worden op een onbewoond eiland gezet en moeten – net als Robinson Crusoë – zien te overleven door zelf eten te zoeken en hutten te bouwen. Ondertussen moeten ze ook elkáár overleven, want de psychologische oorlogsvoering is niet van de lucht. De kandidaten – acht Belgen en acht Nederlanders, evenveel mannen als vrouwen – worden verdeeld in twee groepen, op twee eilanden: kamp Noord en kamp Zuid.
Om de paar dagen strijden beide kampen tijdens de zogenoemde proeven tegen elkaar. Er staat veel op het spel: het verliezende kamp zal iemand uit de groep naar huis moeten stemmen tijdens de eilandraad.
Halverwege de expeditie, als er per kamp nog vier mensen over zijn, verhuizen die overgebleven surviviors met elkaar naar een nieuw eiland. Dit is de samensmelting. Vanaf dat moment is het ieder voor zich…. Ook nu strijden de kandidaten tijdens de proeven tegen elkaar en wordt er steeds iemand weggestemd. De afvallers blijven hun lotgenoten wel vanaf een naburig eiland volgen. Zij hebben namelijk – tijdens de laatste eilandraad – het beslissende oordeel over wie van de twee overgebleven finalisten de titel van enige èchte Robinson (en niet geheel onbelangrijk: vijftigduizend euro!) verdient.
Het programma is een hit, de hoeveelheid aanmeldingen word steeds groter. Om het programma nog spannender te maken, werden de deelnemers vorig jaar opgedeeld in een vrouwen- en een mannenkamp.
Wie dacht dat vrouwen netter waren, had het mis, want juist zij maakten er een zooitje van. Er werd geen hut gebouwd, geen eten gezocht en er ontstonden geen vriendschappen. Dit jaar besloten de producenten nóg een stapje verder te gaan. Het vrouweneiland krijgt een mannelijke leider, het manneneiland een vrouw aan het hoofd. Voer voor een heleboel heibel dus.