Expeditie Robinson 2007 - Quotes

 

Kenny is niet zo voor het eerlijk verdelen van de huisraad en wil daarom ook niet overleggen: "Er is nog nooit een oorlog gewonnen met eerlijkheid hè!"

"Wie wat bewaard die heeft wat, is mij altijd geleerd". Lotus is heel erg goed op de hoogte van bepaalde spreekwoorden nadat ze een potje zout uit de keuken gestolen heeft.
De vastbeslotenheid van Rudi is zelfs terug te vinden in woordenboek van kamp Blauw: "Er staat maar één woord in ons woordenboek hè, winnen!! Voor minder doen we het niet".
Tim wil het rode kamp zo snel mogelijk weg hebben: "Heee! Schiet eens op, dit is ons strand!! Hup wegwezen!!"

"Ik denk dat er vanavond wel meer mensen een traantje zullen laten, zelfs ik". Leider Ingeborg is tevreden over het nieuwe eiland, dat ze betreden heeft met haar team en laat daar de nodige emoties bij spreken.
"Je hebt werkpaarden en je hebt sierpaarden". Loek beschrijft de soorten mensen in het kamp heel typerend.

Kenny kan er ook niet goed tegen dat er een hoop mensen alleen maar liggen te zonnen en kijkt angstig vooruit: "Er zijn altijd een paar rotte appels, ik ben bang dat dat zich gaat uitbreiden. Want dan gaan straks de mensen die wel wat willen ook denken van ja, laat maar zitten. Daarom moeten we nu bezig blijven".
"Die gaat nooit iets raken, daar zet ik 25 euro op!" Michiel heeft geen vertrouwen in de gemaakte boog van Bruno.

Vincent heet zichzelf na zijn eerste peil bij het boogschieten een mooie bijnaam gegeven: "Ik ben de eerste zwarte Robin Hood!"

"Ik wil wel winnen voor de eer, maar ik zou ook wel willen verliezen voor de gevolgen". Lou heeft een dubbel gevoel over de afloop van de aanstaande proef.
Na het verliezen van de proef, geeft Willem de schuld aan de kromme pijlen: "De pijlen waren gewoon minder en ja, dat is ons Waterloo geworden nu".

Tim is helemaal opgefleurd na zijn overwinning tijdens de boogschietproef: "Ik heb niet geslapen vannacht, maar ik ben nu klaar wakker!"
"Willem had het over een goede sfeer in zijn kamp, die heb ik zojuist weggeschoten". Na terugkomst op het kamp is Tim zo euforisch dat hij denkt dat hij kamp rood een flinke klap heeft uitgedeeld.
Noel beseft pas laat nadat zijn naam genoemd is, dat hij echt moet vertrekken: "Ik hoorde eerst m`n naam niet, en toen hoorde ik voor de tweede keer Noel. En toen, bam, daar kwam de man met de hamer".