Expeditie Robinson begint al thuis

 

Ze mocht aan niemand vertellen wat ze ging doen of hoe lang ze wegbleef. De Kloetingse Nadja Vleut (30) deed deze zomer mee aan de opnames van het tv-programma Expeditie Robinson, waarvan de eerste twee afleveringen inmiddels op de buis zijn geweest. De deelnemers moeten zien te overleven op een onbewoond eiland, zonder enige vorm van voorzieningen.
Nadja Vleut in de achtertuin van haar huis in Kloetinge, met de attributen die ze van het programma Expeditie Robinson meenam: haar naambordje, een thermosfles en een kommetje dat ze maakte van een kokosnoot.
Vanaf het moment dat ze wist dat ze meeging, begon haar geheimhoudingsplicht. "Dat was zwaar", vertelt ze, inmiddels weer thuis in het vertrouwde Kloetinge. Pas kort tevoren kreeg ze te horen dat ze mee mocht, en toen moest er van alles worden geregeld. De verplichte inentingen waren misschien nog haar laatste zorg. Echtgenoot Frans stond er ineens alleen voor. De zorg voor de kinderen, Jesse (5) en Iris (4), en het huishouden kwamen op zijn schouders. Maar hij werkt wel voltijds in ploegendienst. En ook hij mocht niets aan de buitenwereld laten merken. "Sommige mensen vreesden het ergste, dachten dat we uit elkaar waren", grinnikt hij.

Ook nu ze thuis is, mag Nadja nog niet veel vertellen over haar ervaringen. Want voor de kijkers moet de winnaar in de afvalwedstrijd tot op het allerlaatste moment een geheim blijven. In de tweede aflevering, die zondag te zien was op tv, werd afscheid genomen van 24 mensen. Wat we dus in elk geval weten, is dat Nadja nog meedoet aan de derde aflevering, met 76 deelnemers. Anders dan voorgaande jaren zijn er honderd deelnemers, in plaats van zestien. Nadja: "Dat wist niemand van tevoren. Ik denk dat ze dat gedaan hebben om het programma een nieuwe impuls te geven." De strijd is haar wel zwaar gevallen. "Het is meer afzien dan je ooit van tevoren kunt bedenken. Ik kijk het programma al jaren, dus je wéét het wel, maar het is heel anders als je er zelf bent. Je ligt 's nachts op een bedje van bamboespijlen, het regent de hele nacht door. De ratten lopen over je heen, de varanen lopen door het gras, je slaapt niet aan een stuk. Overal op het strand zijn zandvlooien, die beten zijn geméén. En zeker met honderd mensen is er een groot voedseltekort. We vonden knolletjes in de grond om te eten. Maar je moest uren lopen voor een kokosnoot en als je geluk had ving je een keer een vis." Toch kijkt ze met weemoed terug op haar verblijf op het eiland. "Ik heb hele mooie dingen meegemaakt, het uitzicht was prachtig. Je krijgt een nauwe band met mensen die kort daarvoor nog vreemden waren. En je leert waarderen welke dingen je hebt in je leven."

foto: Willem Mieras